Hoe Nederlandse stad concurreert met grote Europese broers

Vanuit internationaal perspectief kent Nederland geen grote steden, maar bestaat het uit een netwerk van middelgrote en kleine steden die relatief dichtbij elkaar liggen. In vergelijking met hun Europese concurrenten scoren Nederlandse steden minder op agglomeratiekracht. Uit recent onderzoek blijkt dat agglomeratiekracht vervangen kan worden door een goede positie van steden in internationale, nationale en regionale netwerken.

De Platform31-publicatie "De concurrentiepositie van Nederlandse steden. Van agglomeratiekracht naar netwerkkracht" stelt dat het polycentrische karakter van de Nederlandse stedelijke regio's volop mogelijkheden biedt om te komen tot borrowed size. Steden kunnen van elkaar agglomeratiekracht lenen en op deze manier profiteren van elkaars nabijheid. In hoeverre steden van elkaar kracht kunnen ontlenen, is afhankelijk van de inbedding in netwerken. Met andere woorden: agglomeratiekracht kan vervangen worden door netwerkkracht.

In hoeverre steden van netwerkinbedding weten te profiteren, verschilt sterk per stad. De onderzoekers benadrukken dat uiteindelijk de kracht van de regio voorop moet staan als de Nederlandse regio's de concurrentie met buitenlandse regio's willen aangaan. Het draait hierbij om netwerkkracht op de schaal van het stedelijk netwerken. Interacties tussen steden zijn hiervoor van belang en dit vraagt om meer dan alleen een beleid gericht op bereikbaarheid.

Goede buur

Uiteindelijk blijkt dat Nederland met zijn poly­centrische stedelijke structuur een belangrijke troef in handen heeft, schrijven de onderzoekers. "'Beter een goede buur dan een verre vriend' blijft in de huidige Euro­pese stedelijke netwerksamenleving een belangrijk adagium, zowel voor regionaal verzorgende functies als voor economische prestaties als productiviteitsgroei, en voor de lokale inbedding van internationaal opere­rende functies van bedrijfsleven en weten­ schap. Het is de beleidsuitdaging om negatieve beleidsconcurrentie met duplicatie van betrekkelijk laagwaardige (publieke) functies als gevolg te voorkomen en de netwerkkracht van de stedelijke regio's te versterken en optimaal te benutten. Intensieve regionale samenwer­ king moet daarbij aansluiten op het schaal­ niveau waarop de dynamiek speelt: de polycentrische stedelijke regio. Steden in deze regio's kunnen gezamenlijk werken aan agglo­meratie­ en netwerkkracht."

Lees ook het gehele onderzoek van Plaform31. 


Reacties


Laatste nieuws