Directeur BAM Techniek: Installateurs hebben een streepje voor op bouwers

De ESCo-markt staat in Nederland in de kinderschoenen. Financiële hobbels zijn de belangrijkste spelbrekers. Dat stelt Jan Al, directeur van BAM Techniek, de installatietak van het grootste bouwbedrijf van Nederland. “Financiers vinden het fenomeen ESCo maar moeilijk te doortasten, met name ten opzichte van de risico’s ”

Een ESCo is een samenwerkingsverband van bedrijven die aanleg, beheer, onderhoud én financiering van de energie-installatie van gebouwen verzorgen. Het doel van die samenwerking is het realiseren van een significante besparing op energieverbruik; effectiever en efficiënter omgaan met bestaande energie door innovatieve oplossingen; naar het opwekken van duurzame energie. De kosten van installatie, beheer en onderhoud worden grotendeels gefinancierd uit de uiteindelijke besparing op de energiekosten. Via een ESCo wordt die kostenbesparing op basis van energieprestatiecontracten voorgefinancierd, zodat de initiële investering voor de opdrachtgever klein is.

Binnen BAM wordt voor ESCo’s wel gezocht naar andere vormen van voorfinanciering, omdat het concern zelf het geld er niet voor heeft. “Wij zijn geen bank”, zei bestuursvoorzitter Nico de Vries onlangs nog bij de presentatie van de jaarcijfers. Het financieringsmodel is echter bewezen aantrekkelijk voor  zowel opdrachtgevers, (institutionele) beleggers als uitvoerende installatie- en technische bedrijven. Bovendien is het als investeringsmodel zeer interessant voor (institutionele) beleggers als pensioenfondsen en banken. “Helaas wint het korte termijn denken het nog te vaak van lange termijn beleid”, aldus Jan Al.

Win-win is niet te mooi om waar te zijn

In Duitsland en de Verenigde Staten zijn ESCo’s al gemeengoed . “Maar de modellen worden niet één op één overgenomen. Er zitten te veel verschillen in wet- en regelgeving en subsidies.” De directeur van BAM Techniek vervolgt: “We leven hier in een cultuur waarin win-win situaties altijd met zeer veel wantrouwen tegemoet worden getreden. Te mooi om waar te zijn, is dan al snel de vaak onterechte conclusie.”

Maar Jan Al geeft niet op. “Het komt uiteindelijk wel goed met die financiering. PPS projecten stuitten eerst ook op veel argwaan. Maar nu rijden we met z’n allen op lekker brede snelwegen die betaald zijn van ons pensioengeld.” BAM en pensioenuitvoerder PGGM zijn onlangs voor de komende 25 jaar eigenaar geworden van de A12 tussen Utrecht en Veenendaal. BAM verzorgt het onderhoud van het traject.

Ook op ESCo-gebied heeft BAM Techniek al successen geboekt. Voor wooncomplexen, zoals Euroborg Groningen en Westwijk Amstelveen, maar ook voor de energievoorziening van het nieuwe Cultuurgebouw in Hoofddorp. In de Amsterdam ArenA werkt BAM Techniek aan een ‘groener dan groene’ grasmat. In 2015 moet de CO2-uitstoot van het stadion teruggebracht zijn naar nul. Restwarmte van de elektriciteitscentrale van partner Nuon in Diemen wordt eerst gebruikt voor de verwarming van de kantoren en de kleedkamers in de ArenA. Jan Al: “Vervolgens gaat het restant via de retourleiding naar de veldverwarming. Hierdoor is de CO2-uitstoot 70-90% lager dan conventionele manieren van veldverwarming. De Amsterdam ArenA is het eerste Nederlandse stadion dat het veld op deze innovatieve duurzame wijze vorstvrij houdt.” 

Jan Al meent dat er nog een hele wereld te winnen is als het gaat om maatschappelijk vastgoed. “Dingen op een tochtige basisschool geregeld krijgen is lastig. Dan heb je niet alleen te maken met het bestuur van die school en met allerlei banken, maar ook moet de gemeente worden overtuigd van het nut van een ESCo als het gaat om verduurzaming van een schoolgebouw of het verbeteren van de luchtkwaliteit.” 

Kunst is om bewustwording in gang te zetten

Jan Al heeft zitting in de adviesraad van het ESCo-netwerk, een platform dat zich toelegt op het identificeren van ESCo potentieel rond specifieke cases van mogelijke gebruikers en op ondersteuning in de vorm van opstarthulp. “De kunst is om bewustwording in gang te zetten en besluitvorming een duw in de goede richting te geven. Daarom geven de partners in het ESCo-netwerk al hun kennis bloot. We slaan  bruggen tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers, tussen publieke en private partijen. Maar ook tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers onderling.”

Ook geeft het ESCo-netwerk voorlichting over hoe je nu zo’n traject met elkaar aflegt. “Van initiatief tot realisatie. Proberen vertrouwen te kweken. Hierbij zou het wel helpen als de wetgeving stabieler was. Subsidiepotjes zijn natuurlijk leuk, maar ook weer snel leeg. Dat wekt uiteindelijk alleen maar verwarring.” 

Volgens Jan Al van BAM Techniek kan zijn installatietak zich onderscheiden op het gebied van duurzaamheid omdat het onderdeel uitmaakt van het grootste bouwbedrijf van Nederland. “Toen groen nog niet sexy was en bouwers duurzaamheid vooral zagen als dé hobby van geitenwollensokken, zaten wij al met klanten om de tafel. We spraken destijds al over het upgraden en zuiniger maken van installaties. Pro-actief kijken naar installaties zit in onze genen. Wat dat betreft biedt duurzaamheid aan installateurs veel meer kansen dan aan pure stenenstapelaars.”

Nodige haken en ogen aan prestatiecontracten

Hij vertelt dat alleen op inspanning gebruikte onderhoudscontracten eigenlijk niet meer van deze tijd zijn. “Wij stappen  langzaam over op prestatiecontracten, maar daar zitten nog wel de nodige haken en ogen aan. Het is een discussie die wij op dit moment voeren, in de markt. Want je hebt het niet alleen over onderhoud van systemen maar ook over meten van comfort, gedrag en beleving. Vervolgens proberen we die in contracten te vangen.” 

Want wie denkt dat installaties van BAM Techniek uitsluitend bestaan uit cv-ketels en airco’s heeft het mis.  Het bedrijf levert totaaloplossingen op het gebied van integratie van gebouwgebonden systemen. Bijvoorbeeld voor beveiliging, toegangscontrole, verlichting, klimaatregeling en facilitair management. Door deze momenteel vaak losstaande systemen met elkaar te verbinden, kunnen bedrijfspanden slimmer en daardoor comfortabeler, energiezuiniger en beter beheersbaar worden gemaakt. “Wij leven ons in, in de wereld van de opdrachtgever en kunnen daardoor een zeer hoge servicegraad bieden. Met technologie alleen kan een onderneming als de onze zich nauwelijks meer onderscheiden. Als installateur gaat het er vooral om het bieden van toegevoegde waarde.” 

Partijen uit de keten halen

Het is Al een doorn in het oog dat door de crisis opdrachtgevers de neiging hebben om bestekken steeds nauwer te maken. “Hoe meer je voorschrijft, des te minder ruimte er rest voor creativiteit”. Hij maakt daarbij wel een uitzondering voor dbfmo of design- en buildcontracten. “Er is veel te winnen door de juiste keuzes te maken. Kwaliteit betaalt zich op den duur altijd terug. Soms moet je slimmer werken, partijen uit de keten halen. Dan zijn de lijnen korter en zit je constructiever met elkaar aan tafel”, glundert Al. “Die integrale aanpak, waarbij ingeroeste zaken en gewoonten worden losgelaten en het goede wordt gekoesterd, leidt alleen maar tot een mooier resultaat voor de klant. Dit levert een gezonder financieel eindplaatje op, voor ons allemaal.”

Barbara Sanders



Reacties


Laatste nieuws