Verplicht pensioen binnen bouwsector?

Nederland kent circa 73 bedrijfstakpensioenfondsen. Deze pensioenfondsen voeren de pensioenregeling van een betreffende branche c.q. bedrijfstak uit en kennen vaak een verplichtstelling tot deelname. De aard van de bedrijfsactiviteiten van de onderneming bepaalt onder welk bedrijfstakpensioenfonds de onderneming valt. Werknemers hebben dan automatisch recht op het pensioen van dit bedrijfstakpensioenfonds en de werkgever is verplicht om de werknemers aan te melden. Er geldt expliciet een meldplicht voor de werkgever, de werkgever kan dus geen afwachtende houding aannemen. Een artikel van Michel van der Zwan en Arjan Krol van BDO Legal.

Start en wijziging activiteiten
Echter, veelal wordt door ondernemingen geen periodiek onderzoek gedaan of de betreffende bedrijfsactiviteiten onder een verplichtstelling van zo’n bedrijfstakpensioenfonds vallen. Het komt ook voor dat een dergelijk onderzoek enkel bij de start van de onderneming is uitgevoerd, terwijl vaak in de loop van de jaren de bedrijfsactiviteiten zijn gewijzigd. Ander scenario kan zijn dat de werkingssfeer van het bedrijfstakpensioenfonds en/of cao gewijzigd is, waardoor vernieuwde verplichtstelling van toepassing is geworden. In laatstgenoemde situatie is mogelijk sprake van een verplichte vrijstellingsgrond.  

Werkingssfeer Pensioenfonds Bouw 
De bouwsector kent ook een verplichtstelling tot het aansluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds. De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (Pensioenfonds Bouw: bpfBOUW) is opgericht door werkgever- en werknemersorganisaties uit de bouwnijverheid. De wettelijk vastgestelde verplichtstellingsbeschikking van het Pensioenfonds Bouw stelt dat verplichtstelling van toepassing is op ondernemingen indien en voor zover de hoofdactiviteit(en) onder de reikwijdte van de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit valt. Hierbij stelt het Pensioenfonds Bouw voor bouwondernemingen in beginsel een duidelijke scheidslijn.

Indien en voor zover de activiteiten plaatsvinden op een bouwplaats - ten behoeve van een bouwwerk dan wel ondersteunend op de bouwplaats - is veelal sprake van verplichtstelling tot het Pensioenfonds Bouw. Ondersteunende diensten van een bouwonderneming op of aan een bouwplaats c.q. bouwwerk zijn onder andere diensten als sloopwerkzaamheden, asbestverwijdering, betonreparatie, grondverzet alsmede afgraven van verontreinigde grond, aanbrengen van wegmarkeringen, het opbouwen en/of plaatsen van verplaatsbare (tijdelijke) verblijfruimten, etc.

Hoofdzakelijkheidscriterium Pensioenfonds Bouw 
De werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit van het Pensioenfonds Bouw impliceert dat deelneming verplicht is gesteld voor werknemers die werkzaam zijn bij ondernemingen in welke uitsluitend of in hoofdzaak de in het verplichtstellingsbesluit genoemde werkzaamheden worden uitgeoefend. De uitdrukking ‘in hoofdzaak’ betekent in deze dat minimaal 50% van de totale loonsom van de onderneming bouwgerelateerde werkzaamheden uitvoert. Wanneer de loonsom van de werknemers die betrokken zijn bij ‘bouwgerelateerde werkzaamheden’ 50% of meer is van de totale loonsom van degenen die bij andere bedrijfsactiviteiten zijn betrokken, valt de gehele onderneming onder de werkingssfeer. 

Een redelijke uitleg - zoals eerder door de Hoge Raad is bevestigd - brengt mee dat bij de toepassing van het hoofdzakelijkheidscriterium alle in de onderneming van toepassing zijnde loonsommen dienen te worden betrokken die redelijkerwijs toe te rekenen zijn aan de uitoefening van de onderneming. 

Ondersteunende diensten buiten de bouwplaats en/of bouwwerk
In de bouwsector komt het regelmatig voor dat bepaalde bouwondernemingen gesplitst zijn in bouwgerelateerde activiteiten - welke onderhevig zijn aan de werkingssfeer van het Pensioenfonds Bouw - en niet-bouwgerelateerde activiteiten. Mocht de hoofdactiviteit van een onderneming niet-bouwgerelateerd zijn en eveneens niet ondersteunend zijn op of aan een bouwwerk c.q. bouwplaats, dan bestaat de mogelijkheid dat de betreffende onderneming niet onder de materiële werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit van het Pensioenfonds Bouw ressorteert. 

Daarnaast komt het geregeld voor dat een bouwonderneming bepaalde activiteiten afsplitst in een separate onderneming, zoals ondersteunende diensten als loonadministratie, personeelszaken, et cetera. Echter, de splitsing tussen verschillende type ondernemingen dient helder en duidelijk ingericht te zijn. Er mag in geen geval ondersteuning plaatsvinden op de bouwplaats of aan een bouwwerk. Indien dit wel het geval is, bestaat de kans dat achteraf het Pensioenfonds Bouw alsnog stelt dat een verplichte aansluiting bij het Pensioenfonds Bouw aan de orde is. Het is dus van groot belang dat dit goed gewaarborgd wordt, aangezien bij een eventuele verplichte aansluiting tot een bedrijfstakpensioenfonds de bewijslast bij de onderneming ligt. 

Pensioenrisico’s
Het achteraf realiseren van een verplichte aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds kan voor een onderneming zeer ingrijpend zijn. Indien een pensioenfonds pas na een aantal jaren constateert dat een verplichte deelname van toepassing is, kan zij namelijk met terugwerkende kracht de achtergestelde pensioenpremies vorderen. Bedrijfstakpensioenfondsen kunnen aansluiting - en dus premieheffing - met terugwerkende kracht opleggen. Vaak voor vijf jaar, soms zelfs tot twintig jaar.

Bij het Pensioenfonds Bouw bedraagt de jaarpremie gemiddeld 20% tot 25% van de pensioengrondslag (dit is exclusief de verplichte storting voor de overgangsregeling vroegpensioen). Als een onderneming geconfronteerd wordt met een premieclaim van het fonds over meerdere jaren kan dit de continuïteit van de onderneming in gevaar brengen. Als ondernemer kunt u dergelijke onaangename verrassingen vaak voorkomen door zelf het heft in handen te nemen.  

Wat te doen?
Doe periodiek onderzoek of de eigen bedrijfsactiviteiten onder een verplichtstelling van een bedrijfstakpensioenfonds vallen. Check of de onderneming is aangemeld en voor welke jaren. Check ook of werknemers juist zijn aangemeld en afgemeld. In deze complexe materie met mogelijk grote financiële gevolgen is tijdig inschakelen van een terzake kundige specialist een must.


Dit artikel betreft het prestatieveld ‘Personeel’ uit de BDO
Rendementsmonitor. Om uw verbeterpotentieel op een eenvoudige manier kwalitatief en kwantitatief in beeld te brengen heeft BDO de Rendementsmonitor ontwikkeld. Dit instrument toont middels negen prestatievelden het verbeterpotentieel van uw onderneming. De komende maanden publiceren onze specialisten artikelen over deze negen prestatievelden, toegespitst op de vastgoedmarkt. www.bdo.nl/rendement

Michel van der Zwan, BDO Legal, pensioenconsultant, Michel van der Zwan

Arjan Krol, BDO Legal, pensioenconsultant, Arjan Krol

Telefoon: 073 640 57 99

 



Reacties


Laatste nieuws