Litigation funders ook in vastgoedland?

Het FD pakte dinsdag 14 oktober uit met een ronkende kop over financiers van massaclaims die naar Nederland zouden lonken. Een ‘litigation funder’ is in goed Nederlands een procesfinancier; iemand die risicodragend investeert in een vordering door de proceskosten die daarmee gemoeid zijn voor zijn rekening te nemen en in ruil daarvoor deelt in een eventueel batig saldo van zo’n procedure. Dat kan interessant zijn als het om hoge bedragen gaat, met een redelijke winstverwachting en een solvabele debiteur van de vordering in kwestie. Maar Paul Wanders, advocaat/partner bij Boekel De Nerée, waarschuwt de vastgoedsector om met dergelijke partijen in zee te gaan. 

Met name door het eerste vereiste lijkt de vastgoedmarkt op het eerste gezicht een aantrekkelijk doelwit voor deze durfinvesteerders, want er gaan in het vastgoed nog steeds grote bedragen om. De winstkans is vanzelfsprekend van geval tot geval verschillend en dat geldt ook voor de solvabiliteit van de debiteur in kwestie. Maar ondanks de (vastgoed)crisis die wij (bijna?) achter de rug hebben zijn er nog steeds heel veel solvabele partijen in het vastgoed te vinden. ‘Procedures duren lang en zijn kostbaar’ is een veelgehoorde kreet. Eens in de zoveel tijd krijgt iedere advocaat wel het verzoek of hij een zaak op ‘no cure, no pay’ basis wil aannemen, waarop de enig passende reactie is dat dat in het Nederlandse (handels)recht nog steeds niet is toegestaan.

Hoewel de rechterlijke macht behoorlijk aan de weg timmert als het gaat om het verkorten van de doorlooptijd van rechtszaken, weet iedereen die er ervaring mee heeft dat de rechterlijke molens nog steeds langzaam malen. Een rechttoe rechtaan procedure met een eis, gevolgd door een antwoord, een comparitie en een eindvonnis is nog wel te overzien, maar als dat eindvonnis een tussenvonnis wordt, met een bewijsopdracht, getuigenverhoren en/of deskundigenberichten kan de klad er behoorlijk inkomen en nemen de kosten vaak behoorlijk toe. En zeker als het om echt hoge bedragen gaat zal de verliezende partij doorgaans niet in het vonnis berusten, maar zijn geluk in appel of zelfs cassatie willen beproeven.

Gronden van Poot
In hetzelfde FD van dinsdag een stukje over de familie Poot die zijn gronden rond Schiphol nu eindelijk maar in de verkoop heeft gezet. Wij hebben allemaal al jarenlang kunnen meegenieten van de schier eindeloze strijd van Jan Poot tegen de Luchthaven Schiphol, al was het maar omdat hij er met regelmaat in advertenties kond van deed. Die strijd zal hem een lieve duit gekost hebben. Nu gaat de kost altijd voor de baat uit, maar als die baat onzeker is en (heel) lang op zich laat wachten, dan valt te begrijpen dat partijen die vinden dat zij een vordering op een derde hebben toch aarzelen om aan een procedure te beginnen. Dus wat is er dan aantrekkelijker als een derde de kosten voorfinanciert, zodat in het worst case scenario dat de procedure niets oplevert alleen maar de geïnvesteerde tijd hoeft te worden afgeboekt?

Bezwaren
Ik kan nog wel een paar bezwaren bedenken. De belangrijkste lijkt mij dat de zeggenschap over de eigen zaak verloren gaat. Want het gezegde ‘wie betaalt bepaalt’ doet overal opgeld, dus ook hier. De Nederlandse vastgoedmarkt is maar klein, de belangrijkste spelers kennen elkaar door en door en ondanks de ruzie van vandaag is er bijna altijd weer een nieuw project van morgen waarin kansen liggen en samenwerking vereist is. Veel zaken worden op enig moment tijdens de procedure geschikt, gewoon, omdat er op enig moment een klimaat ontstaat waarin beide partijen zich realiseren dat ze elkaar in de toekomst ook nog nodig kunnen hebben of omdat ze hun tijd en energie liever in andere zaken willen steken en soms helpt een duwtje van de rechter in de goede richting ook om er onderling uit te komen. Een schikking moet vaak rijpen en dat gaat soms beter als er eerst wat wapengekletter aan vooraf gaat.

Maar de litigation funder (om dat vreselijke woord toch maar te gebruiken) zal daar weinig of niets voor voelen en op zijn minst gecompenseerd willen worden voor gemaakte kosten én gederfd rendement. Hij heeft immers een ander, beperkter belang dan de partij wiens procedure hij financiert. Dus bezint eer ge met procesfinanciering begint.

Paul Wanders heeft een algemene vastgoedpraktijk bij Boekel De Nerée waarin hij zich voornamelijk bezighoudt met (adviseren over) vastgoed transacties en de juridische geschillen die daarmee verband houden en/of daaruit voortvloeien. Daarnaast adviseert en procedeert hij over huurovereenkomsten, vooral met betrekking tot bedrijfsruimte. Ook besteedt hij een deel van zijn tijd aan zaken op het gebied van beroepsaansprakelijkheid, met name van notarissen, makelaars en advocaten. Sinds 1 januari 2012 is hij lid van de Raad van Bestuur van Boekel De Nerée.



Reacties


Laatste nieuws