Succesvol bezwaar maken tegen legesaanslag nu nog lastiger

De Hoge Raad (HR) heeft in april 2014 in drie arresten geoordeeld over toetsing van de hoogte van legesaanslagen en de daarbij behorende bewijslastverdeling en stelplicht. Deze arresten zullen gevolgen hebben voor projectontwikkelaars in de praktijk. Het zal lastiger worden om met succes op te komen tegen (de hoogte van) legesaanslagen.

Redelijkheidstoets kosten en opbrengsten

Artikel 229b lid 1 Gemeentewet bepaalt dat de geraamde baten van de legesopbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde lasten. Dit wordt ook wel de zogenaamde ‘opbrengstlimiet’ genoemd. Hierin komt tot uitdrukking dat geen winst gemaakt mag worden met het heffen van leges. Het totaalbedrag aan leges mag slechts kostendekkend zijn.

De HR oordeelde in het arrest inzake de gemeente Heerlen dat het geraamde bedrag van de legesopbrengsten conform de begroting pas dan niet kan worden aanvaard, als die opbrengsten in redelijkheid niet door de gemeente geraamd hadden kunnen worden. Voor wat betreft de toetsing aan de opbrengstlimiet kunnen volgens de HR alleen de begrote baten en lasten worden gecorrigeerd als de gemeente de desbetreffende posten niet in redelijkheid zo heeft kunnen ramen.

In het arrest van dezelfde datum inzake de gemeente Zundert is ingegaan op de bewijslastverdeling en de stelplicht wanneer de belanghebbende aanvoert dat deze opbrengstlimiet wordt overschreden. 

Precisering bewijslastverdeling en stelplicht

Uit een eerder arrest van de HR uit 2009 volgde al dat de heffingsambtenaar inzicht moet geven in de ramingen die ten grondslag liggen aan de legesverordening. De heffingsambtenaar is immers de partij die beschikt over de gegevens die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van het geschil. Als de belanghebbende de limietoverschrijding of bepaalde posten in twijfel trekt, moet de heffingsambtenaar inzicht geven in de ramingen om deze twijfels – naar vermogen - weg te nemen.

De HR heeft deze bewijslastverdeling in het arrest inzake de gemeente Zundert nu nader geduid. De HR overweegt hierbij dat hij in eerdere jurisprudentie rekening heeft willen houden met de omstandigheid dat de belanghebbende in de regel geen toegang heeft tot de benodigde gegevens om voldoende te kunnen motiveren dat de opbrengstlimiet is overschreden.

In een arrest van 18 april 2014 heeft de HR deze lijn nu bevestigd. De stelplicht en bewijslastverdeling bij een procedure over de hoogte van de leges met een beroep op de limietoverschrijding, worden als volgt ingevuld:

  • Van de gemeente mag niet worden verlangd dat zij van alle in de verordening met bijbehorende tarieventabel genoemde diensten, afzonderlijk en op controleerbare wijze vastlegt hoe zij deze kosten heeft geraamd.
  • Als de heffingsambtenaar inzicht in de betreffende ramingen heeft verschaft, kan het verstrekken van nadere inlichtingen uitsluitend van hem worden verlangd voor zover de belanghebbende voldoende gemotiveerd heeft gesteld waarom naar haar oordeel in de raming redelijke twijfel bestaat of sprake is van een ‘last ter zake’.
  • Aan de nadere inlichtingen die de heffingsambtenaar in dat geval dient te verstrekken, mag geen zwaardere eis worden gesteld dan dat hij naar vermogen – in de mate waarin hij daartoe in de gegeven omstandigheden in redelijkheid in staat is – duidelijk maakt op grond waarvan hij de stellingen van de belanghebbende betwist, en waarom dus naar zijn oordeel de door de belanghebbende opgeworpen twijfel ongegrond is.
  • De heffingsambtenaar hoeft niet te bewijzen dat die twijfel ongegrond is.
  • De bewijslast ten aanzien van de feitelijke onderbouwing van het beroep op limietoverschrijding rust op de belanghebbende.
  • In het kader van de toetsing aan de opbrengstlimiet is pas dan plaats voor een correctie van de omvang van de volgens de gemeentelijke begroting geraamde bedragen aan opbrengsten en lasten, indien de gemeente deze opbrengsten en lasten niet in redelijkheid op die bedragen heeft kunnen ramen.

Hoewel het winstverbod als bedoeld in artikel 229b lid 1 van de Gemeentewet onverkort blijft gelden, is het op grond van deze recente arresten (praktisch) dus wel een stuk lastiger geworden om een legesaanslag onderuit te halen.

Fleur Spijker geeft leiding aan het expertiseteam Public Law en het Government Industry Team bij Boekel De Nerée. Zij specialiseert zich inmiddels al 18 jaar in het bestuursrecht en heeft ruime ervaring op het gebied van ruimtelijke ordening, projectontwikkeling, handhaving en toezicht en subsidies. In haar werk participeert Fleur aan de 'voorkant' van het proces. Bij projectontwikkelingen begeleidt zij bijvoorbeeld het proces van bouwinitiatief tot en met de vergunningverlening.

Chantal van Mil is advocaat sinds januari 2007 en sinds september 2010 werkzaam als advocaat bij Boekel De Nerée binnen de bestuursrechtpraktijk. Zij adviseert en procedeert vooral op het gebied van het ruimtelijk bestuursrecht, milieurecht, vergunningverlening en handhaving en treedt daarbij met name op voor commerciële vastgoedpartijen en voor overheden. 



Reacties


Laatste nieuws